Resultaten verantwoordingsonderzoek 2018 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2018 en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Onze conclusies

De minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is verantwoordelijk voor verbindingen over de weg, het spoor, het water en door de lucht, bescherming tegen wateroverlast en bevordering van de kwaliteit van lucht en water. Net als bij veel andere ministeries wordt bij het Ministerie van IenW het beleid veelal uitgevoerd door organisaties op enige afstand, zoals agentschappen en medeoverheden. In dat verband is het van belang dat de minister van IenW zorgt dat zij goed is geïnformeerd over de uitvoering van haar beleid en tijdig nagaat of haar beleid doelmatig wordt uitgevoerd en tot de gewenste resultaten leidt. We zijn hier op onderdelen kritisch over. Bijvoorbeeld waar het gaat om het verminderen van het gebruik van plastics. De doelstelling hiervoor wordt gehaald, maar de minister kijkt nog onvoldoende of er niet méér mogelijk is. Ook bij het onderhoud van vaarwegen kan kritischer gekeken worden naar de gevolgen van achterstallig onderhoud en hoe het parlement hierover beter kan worden geïnformeerd. Naar deze onderwerpen hebben we onderzoek gedaan in dit verantwoordingsonderzoek. Net als naar de bedrijfsvoering van het Ministerie van IenW. Daarnaast hebben we in dit rapport de uitkomsten van ons onderzoek naar de invoering van een maximumsnelheid van 130 km per uur opgenomen. Tot slot gaan we in dit rapport ook in op 2 onderzoeken die we bij andere ministeries hebben uitgevoerd en die de verantwoordelijkheid van de minister van IenW (deels) raken. Het gaat om ons onderzoek naar de zekerheidsstelling voor de ontmanteling van gas-, olie- en windinstallaties dat we hebben uitgevoerd bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en om ons onderzoek naar vastgoed Defensie. De belangrijkste punten uit ons verantwoordingsonderzoek lichten we hieronder toe.

Gebruiksbeperkingen hoofdvaarwegen

Het is niet voor het eerst dat we onderzoek doen naar instandhouding van het hoofdvaarwegennet. In ons onderzoek Instandhouding hoofdvaarwegennet (Algemene Rekenkamer, 2015) deden we onderzoek naar de financiële middelen die beschikbaar zijn voor instandhouding. We concludeerden toen dat er te weinig budget is voor instandhouding. Nu hebben we onderzoek gedaan naar de instandhouding van het hoofdvaarwegennet, met als vertrekpunt de hinder die gebruikers ondervinden in geval dat objecten zoals sluizen of bruggen niet goed onderhouden worden. Uit dit onderzoek blijkt dat de onderhoudssituatie urgenter is dan uit de informatie in het jaarverslag blijkt. De prestatie-indicator voor beschikbaarheid geeft namelijk geen volledig beeld van alle storingen die zich voordoen in het hoofdvaarwegennet. Bovendien wordt steeds meer onderhoud uitgesteld. Uitstel van onderhoudsmaatregelen leidt tot een grotere kans op storingen. Er is bovendien dan meer geld nodig voor reparatiewerkzaamheden. Bij een gelijkblijvend budget voor beheer en onderhoud gaan de uitgaven aan reparatiewerkzaamheden – die ook uit het budget voor beheer en onderhoud komen – ten koste van de middelen voor (preventief) onderhoud. Daardoor ontstaat het risico van een zichzelf versterkend negatief effect.

Vermindering gebruik plastics vraagt om verdergaande aanpak

Gebruik van plastics kan op 2 manieren worden verminderd. Enerzijds door hergebruik van plastics te bevorderen. Anderzijds door een preventieve aanpak zodat er geen nieuwe (‘virgin’) plastics op de markt komen. De minister van IenW is vanuit EU-regelgeving en nationale wetgeving verplicht om in haar beleid voor afvalstoffen (waaronder plastics) de volgende prioriteitsvolgorde aan te houden:

  1. minder productie;
  2. recycling;
  3. verbranding voor energieterugwinning;
  4. veilige verwijdering.

In het regeerakkoord is de ambitie uitgesproken dat Nederland in 2050 100% circulair is. De huidige Nederlandse en EU-doelstellingen richten zich alleen op recycling van plastic verpakkingen. Voor een circulaire economie waarin geen nieuwe plastics meer worden geproduceerd, is echter een verdergaande aanpak nodig. Daarvoor moet de minister ook beleid ontwikkelen voor preventie en hergebruik van plastics en zich niet alleen richten op de recycling van plastic verpakkingen. Beleid voor preventie en hergebruik ontbreekt op dit moment grotendeels.

Bedrijfsvoering

Het financieel beheer is in 2018 verslechterd. De minister heeft in 2018 gestuurd op verbetering van de kwaliteit van het financieel beheer. Wij zien echter dat in 2018 meer fouten zijn gemaakt met aanbestedingen, de beheersmaatregelen rondom het subsidiebeheer nog onvoldoende werken, nog veel prestatieverklaringen kwalitatief onvoldoende zijn en te veel oude voorschotten open staan.

Verder in het rapport

In de volgende hoofdstukken werken we de conclusies verder uit:

  • Hoofdstuk 2, ‘Feiten en cijfers’: hierin geven we een korte beschrijving van het Ministerie van IenW (XII) en de omvang van het begrotingshoofdstuk waarover wij ons oordeel geven.
  • Hoofdstuk 3, ‘Financiële informatie’: hierin geven wij ons oordeel over de financiële informatie in het Jaarverslag 2018 van het Ministerie van IenW (XII). Wij hebben vastgesteld dat de financiële verantwoordingsinformatie op totaalniveau rechtmatig, betrouwbaar en ordelijk is. Op artikelniveau is ons oordeel dat de financiële verantwoordingsinformatie rechtmatig, betrouwbaar en ordelijk is en voldoet aan de regels voor het inrichten van de jaarverslagen met uitzondering van 4 gevallen waarin de tolerantiegrens is overschreden.
  • Hoofdstuk 4, ‘Bedrijfsvoering’: hierin geven wij ons oordeel over de bedrijfsvoering van het Ministerie van IenW (XII). In 2018 zijn er 6 onvolkomenheden geconstateerd. Nieuw zijn de onvolkomenheden ‘voorschottenbeheer’ en ‘aanbestedingen’. Dat is een verslechtering ten opzichte van 2017. In dit hoofdstuk staan ook belangrijke risico’s en aandachtspunten over de bedrijfsvoering.
  • Hoofdstuk 5, ‘Beleidsresultaten’: hierin bespreken wij de conclusies uit ons onderzoek naar gebruiksbeperkingen in het hoofdvaarwegennet, het beleid gericht op het verminderen van het gebruik van plastics en de verhoging van de maximumsnelheid naar 130 kilometer per uur. Daarnaast bespreken we hier de conclusies uit onderzoeken in andere verantwoordingsonderzoeken die een relatie hebben met de taken van de minister van IenW. Het gaat om ons onderzoek naar de zekerheidsstelling ontmanteling windinstallaties en ons onderzoek naar het vastgoedbeheer bij Defensie. Ook geven wij hier ons oordeel over de totstandkoming van de informatie die in het Jaarverslag 2018 van het Ministerie van IenW (XII) is opgenomen over het gevoerde beleid.
  • Hoofdstuk 6, ‘Reactie van de minister en nawoord Algemene Rekenkamer’: hierin vatten we de reactie samen die we op 25 april 2019 ontvingen van de minister van IenW. De minister geeft in haar reactie aan dat zij het beeld dat wij schetsen herkent. De minister betreurt onze conclusie dat het financieel beheer als geheel een verslechtering laat zien omdat in 2018 bewust is gestuurd op verbetering van de kwaliteit ervan. Ze beschrijft de acties die in gang zijn gezet of worden gezet om de bedrijfsvoering te verbeteren.

Bijlagen