Belastingontwijking

Een verdiepend onderzoek naar belastingontwijking in relatie tot de fiscale regels en het verdragennetwerk

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de Algemene Rekenkamer onderzoek gedaan naar belastingontwijking in relatie tot de fiscale regels en het Nederlandse fiscale verdragennetwerk. De eerste versie van dit rapport hebben wij op 6 november 2014 gepubliceerd. Die versie bevatte zoveel storende onjuistheden en slordigheden dat besloten is een compleet herziene versie uit te brengen. Deze herziene versie hebben we op 5 december naar de Tweede Kamer gestuurd.

Achtergrond

Tussen landen bestaan verschillen in belastingregime: verschillen in nationale fiscale wet- en regelgeving en verschillen in met andere landen afgesloten belastingverdragen. Internationaal opererende ondernemingen proberen doorgaans hun activiteiten zo te structureren dat ze binnen de kaders van de wet de eigen belastingdruk kunnen verlagen. Dit wordt tax planning genoemd, ook wel belastingontwijking. Belastingontwijking is niet illegaal, maar leidt ertoe dat internationaal opererende ondernemingen een steeds geringere bijdrage leveren aan de belastingopbrengsten hetgeen door anderen gecompenseerd moet worden om binnen landen een gelijk voorzieningenniveau te kunnen houden. Internationaal opererende ondernemingen kunnen namelijk optimaal gebruikmaken van verschillen tussen landen in vennootschapsbelastingtarief, heffingsgrondslag en bronbelastingtarieven. Dit in tegenstelling tot uitsluitend nationaal opererende concerns.

Conclusies

Nederlandse wet en regelgeving

Het fiscaal klimaat in Nederland is voor internationaal opererende ondernemingen gunstig door regelingen ter voorkoming van dubbele belasting, maar de wet- en regelgeving is als zodanig niet heel afwijkend van de ons omringende landen.

Nederlands beleid voor belastingverdragen

De uitgangspunten voor de belastingverdragen die Nederland afsluit liggen vast in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011. Bij het opstellen van die notitie is het modelverdrag van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) als uitgangpunt genomen. Bij de zes recente onderhandelingsdossiers die wij hebben onderzocht heeft de staatssecretaris van Financiën bij de onderhandelingen de uitgangspunten van het fiscale verdragsbeleid gehanteerd.

Tax planning in de praktijk

Tax planning is maatwerk. Door het ontbreken van een vast patroon kunnen wij niet aangeven hoe vaak bepaalde structuren voorkomen. De aantrekkelijkheid om een eventuele structuur op te zetten is immers afhankelijk van een combinatie van tal van factoren zoals tarief en grondslag vennootschapsbelasting, tarief bronbelasting, mogelijkheid tot verrekening van in een ander land ingehouden bronbelasting, anti-misbruikbepalingen in nationale wetgeving of in belastingverdragen en het aanwezig zijn van een investeringsbeschermingsverdrag. Het beschikbaar zijn van een belastingverdrag is op zich geen conditio sine qua non voor het opzetten van een belastingbesparende internationale structuur; het biedt in veel gevallen wel extra besparingsmogelijkheden of extra zekerheid aan belastingplichtigen over het land van heffing.

Informatievoorziening Tweede Kamer

De staatssecretaris van Financiën geeft vooral naar aanleiding van onderhandelingen over belastingverdragen en Kamervragen over actuele gebeurtenissen informatie aan het parlement. De informatie die de staatssecretaris naar aanleiding hiervan geeft wijkt niet af van wat wij in ons rapport constateren. Wel tekenen wij hierbij aan dat de staatssecretaris gehouden is zich bij zijn informatievoorziening te beperken. Informatie die herleidbaar is tot individuele bedrijven mag niet openbaar gemaakt worden. Tevens signaleren wij dat de Tweede Kamer niet over een geïntegreerd beeld beschikt van het Nederlandse fiscale vestigingsbeleid in relatie tot internationale tax planning. Er is nauwelijks eenduidige informatie beschikbaar over de resultaten van dit beleid met de daarbij behorende geldstromen; een systematische periodieke rapportage ontbreekt.

Aanbevelingen

Belastingontwijking is een internationaal voorkomend fenomeen. Maatregelen van Nederland alleen kunnen niet voorkomen dat ondernemingen een fiscale route gebruiken die tot een zo laag mogelijke belastingdruk leidt. Initiatieven van internationale organisaties om constructies terug te dringen die zijn opgezet om, in strijd met de bedoeling van de regels, geen of nauwelijks belasting te betalen verdienen daarom blijvend actieve steun vanuit Nederland.

Wij bevelen aan dat de verantwoordelijke bewindspersonen:

  1. Bij het aanbieden van herziene en nieuwe verdragen aan het parlement aangeven wat is gedaan om misbruik of onbedoeld gebruik van het nieuwe of herziene verdrag te voorkomen.
  2. De samenwerking met verdragspartners verder te intensiveren. Deze zal zich moeten richten op extra aandacht bij het afsluiten en toepassen van belastingverdragen voor
    a. een betere informatie-uitwisseling;
    b. het voorkomen van rechtsonzekerheid voor de ondernemingen die gebruik willen maken van het verdrag (onder meer de wijze van toepassing van de anti-misbruikbepalingen)
    c. het zo nodig actief verlenen van bijstand aan de Belastingdienst/administratie van het betreffende verdragsland.
  3. Ter versterking van de informatiepositie van de Tweede Kamer, periodiek een fiscale monitor uitbrengen over het (gebruik van) het fiscale vestigingsklimaat, de gelden die hiermee gemoeid zijn, en het effect van maatregelen die zijn getroffen om oneigenlijk gebruik van fiscale regelgeving en afgesloten belastingverdragen tegen te gaan.

Reactie en nawoord

De staatssecretaris van Financiën heeft op 28 oktober gereageerd op ons onderzoek. De staatssecretaris is verheugd over onze conclusie dat het Nederlandse fiscale vestigingsklimaat aantrekkelijk is voor het internationale bedrijfsleven zonder dat het uit de pas loopt met het fiscale vestigingsklimaat in anderen Europese landen. Ook in de overige conclusies kan hij zich vinden.
Bij onze aanbeveling om, ter versterking van de informatiepositie van de Tweede Kamer, periodiek een fiscale monitor uit te brengen over het (gebruik van) het fiscale vestigingsklimaat, de gelden die hiermee gemoeid zijn, en het effect van maatregelen die zijn getroffen om oneigenlijk gebruik van fiscale regelgeving en afgesloten belastingverdragen tegen te gaan plaatst de
staatssecretaris enkele kanttekeningen. Zo is regelmatige rapportage over het fiscale vestigingsklimaat in grote lijnen wel mogelijk, maar laat het effect van maatregelen om oneigenlijk gebruik tegen te gaan zich in zijn ogen moeilijk meten. Hij suggereert dat de oplossing voor een verbeterde informatievoorziening aan de Kamer wellicht gevonden kan worden door de komende vijf jaren als proef eens per jaar een korte beschouwing over ontwikkelingen rond ons vestigingsklimaat aan de Tweede Kamer te presenteren.

Herziene versie rapport

De eerste versie van dit rapport hebben wij op 6 november 2014 gepubliceerd. Die versie bevatte zoveel storende onjuistheden en slordigheden dat besloten is een compleet herziene versie uit te brengen. Deze herziene versie hebben we op 5 december naar de Tweede Kamer gestuurd. In bijlage 9 van die herziene versie en in de revisieversie van het rapport is te zien wat de correcties zijn. Deze hebben geen invloed op de conclusies van het onderzoek.