Monitoring beleid voor ontwikkelingssamenwerking: Cijfers 2011

De Algemene Rekenkamer heeft voor de derde keer onderzoek gedaan naar het beleid voor ontwikkelingssamenwerking. We hebben onderzocht of het kabinet-Rutte/Verhagen zijn plannen – bezuinigen en meer focus en samenhang in de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking – heeft gerealiseerd. Ons rapport bevat een analyse van de realisatiecijfers van 2011 en gaat in op de hervormingen van de interne organisatie binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Conclusies

Wij concluderen dat het inmiddels demissionaire kabinet-Rutte/Verhagen de voor 2011 beoogde bezuiniging heeft gerealiseerd. De uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking zijn in dat jaar teruggebracht van 0,8% van het bruto nationaal product (bnp) tot 0,75% van het bnp. Dit percentage komt overeen met € 4,7 miljard. 
Wij concluderen ook dat het kabinet gedeeltelijk geslaagd is in het aanbrengen van meer samenhang en focus in het beleid voor ontwikkelingssamenwerking. Ten eerste heeft het kabinet vier beleidsprioriteiten vastgesteld: voedselzekerheid, veiligheid en rechtsorde, water en seksuele en reproductieve gezondheid. Wij zien in de uitgaven echter nog niet dat ontwikkelingssamenwerking zich concentreert op deze vier beleidsprioriteiten. Ten tweede heeft het kabinet het aantal partnerlanden teruggebracht van 33 naar 15. In de afgevallen partnerlanden zien we ook geen daling in de uitgaven. Tegelijkertijd constateren we dat de nieuwe plannen voor de regioprogramma’s en het bedrijfsleveninstrumentarium tot activiteiten leiden in veel meer dan de vijftien partnerlanden. Het risico bestaat dat door deze nieuwe plannen de focus in het beleid opnieuw vermindert.
Over de hervormingen van de interne organisatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken constateren we dat het kabinet nog geen definitieve plannen heeft. Het ministerie voert al wel een plan uit voor een nieuw kennismanagement en is bezig om de arbeidsvoorwaarden en het plaatsingsproces te flexibiliseren. Daarnaast constateren we dat de beheerslast van de ontwikkelingsactiviteiten in 2011 licht omlaag is gegaan. We concluderen echter dat de beheersbaarheid op termijn een risico blijft, omdat het personeelsbestand van het ministerie aan het krimpen is door rijksbrede bezuinigingen.

Reactie

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (BuZa) geeft in zijn reactie op ons monitorrapport aan dat het niet verwonderlijk is dat de prioriteitstelling binnen het beleid in 2011 nog niet tot een herkenbare concentratie in uitgaven heeft geleid. Het opbouwen van de beleidsprioriteiten kost tijd en ook het verantwoord afbouwen van landenprogramma’s is niet binnen een jaar te realiseren. Verder laat hij weten dat het Ministerie van BuZa hard werkt aan een verdere stroomlijning van de interne sturing van het ministerie. Over de risico’s bij de beheerslast kondigt de staatssecretaris aan waar nodig maatregelen te nemen.