Zorgen over Defensie, Belastingdienst en grip op zaken bij Veiligheid en Justitie

Tegelijkertijd: minder knelpunten in rijksdienst vastgesteld

Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de verantwoording door het kabinet over 2015 geeft een paradoxaal beeld: bij drie klassieke overheidstaken zijn ernstige onvolkomenheden vastgesteld: bij het Ministerie van Defensie, bij de Belastingdienst en bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Daar zijn pogingen om grip te krijgen op problemen onvoldoende succesvol. Daar staat tegenover dat het aantal onvol-komenheden voor alle ministeries opgeteld bijna is gehalveerd ten opzichte van het jaar ervoor - een verbetering dus van de bedrijfsvoering bij het Rijk. De rechtmatigheid van uitgaven en inkomsten over 2015 is van hoog niveau, maar het schort op belangrijke beleidsterreinen aan informatie over de resultaten van de inzet van publiek geld. Dit staat in het Verantwoordingsonderzoek 2015, dat traditiegetrouw op de derde woensdag van mei aan de Tweede Kamer is aangeboden. 

Het beeld uit dit verantwoordingsonderzoek en dat van voorgaande jaren is dat van een uitvoerende macht die continu in beweging is. Burgers moeten beter worden bediend, het liefst sneller en goedkoper. De overheid moet kleiner, slagvaardiger en dienstbaarder opereren. Minder ambtenaren én minder inhuur. De publieke sector verkeert in bijna permanente staat van reorganisatie. Er is meer aan de hand dan alleen de vraag van behapbaarheid van reorganisaties. In 2017 krijgen de opeenvolgende besparingen sinds de financieel-economische crisis hun maximale effect en zijn er landelijke verkiezingen. Dat is per definitie het moment om  nóg meer veranderingen te propageren. Kabinet en Kamer zouden daarom het komend jaar kunnen gebruiken om zich te buigen over de omvang van alle lopende reorganisaties en de democratische consequenties van de transities die zich in de publieke sector hebben voltrokken, en zich nog voltrekken. 

Rijksrekening 2015 goedgekeurd

In het Verantwoordingsonderzoek 2015 keurt de Algemene Rekenkamer de Rijksrekening 2015 en de Saldibalans goed. De rechtmatigheid van uitgaven en inkomsten is ook afgelopen jaar van hoog niveau geweest: 99,7 % respectievelijk 99,9 %. Op € 238 miljard aan uitgaven zijn er voor € 733 miljoen fouten of onzekerheden vastgesteld wat rechtmatigheid of deugdelijke weergave betreft. Dat bedrag is duidelijk minder dan het jaar ervoor. Veelal gaat dat om het niet juist naleven van de aanbestedingsregels bij inkopen. Zo heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) verschillende onvolkomenheden op gebied van inkoopbeheer, terwijl het de bedrijfsvoering grotendeels op orde heeft. Het Rijk koopt jaarlijks voor € 10 miljard in. In 5 % van deze uitgaven is de procedure onrechtmatig. Bij de verplichtingen die de rijksoverheid is aangegaan valt op dat voor bijna € 1,5 miljard ten onrechte de Tweede Kamer inhoudelijk niet tijdig is ingelicht over begrotingsoverschrijdingen. Dit gebeurt met name door de ministeries van Defensie en Economische Zaken (EZ). 

Paradox: minder onvolkomenheden bij Rijk, meer ernstige

De Algemene Rekenkamer constateert een toename van één naar drie ernstige onvolkomenheden. Daar staat tegenover de vaststelling dat voor de hele rijksoverheid bijna de helft minder tekortkomingen ten opzichte van vorig jaar is aangetroffen (van 50 naar 27). Zo wist de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) alle onvolkomenheden uit het vorig jaar op te lossen. Ook de ministers van EZ en voor Wonen en Rijksdienst wisten problemen met informatie-beveiliging, subsidiebeheer en inkopen te verbeteren. Dat de praktijk weerbarstig is blijkt uit de vaststelling van de Algemene Rekenkamer dat er meer ernstige bedrijfsvoeringsproblemen zijn dan in de afgelopen negen jaar. Dat is het geval bij de ministeries van Financiën, Defensie en Veiligheid en Justitie. 

Te weinig voortgang ICT Belastingdienst: wijzigen belastingen lastig

Bij het Ministerie van Financiën handhaaft de Algemene Rekenkamer een ernstige onvolkomenheid, omdat te weinig voortgang is gemaakt met de aanpak van de grote ICT-systemen bij de Belastingdienst en niet duidelijk is wanneer deze voor de overheid cruciale dienst voldoende wendbaar is om grote aanpassingen in de belastingen te verwerken. Het parlement moet er rekening mee houden dat komende jaren ingrijpende wijzigingen in de belastingwetgeving of een stelselherziening niet mogelijk zijn, risico’s met zich meebrengen of een langere invoeringstermijn vergen. Dat de staatssecretaris van Financiën de verouderde en complexe ICT integraal wil aanpakken in samenhang met de modernisering van de dienst, noemt de Algemene Rekenkamer verstandig. Inzicht in de planning en uitvoering van de investeringsagenda voor de Belastingdienst is dan nodig. 

Logistieke keten van Defensie niet op orde

De Algemene Rekenkamer stelt een ernstige onvolkomenheid vast bij het materieelbeheer bij Defensie. In 2015 stonden te veel voertuigen van Defensie stil en bleven helikopters aan de grond. Dit komt omdat het onderhoudsproces niet op orde is en met name de reserveonderdelen niet op tijd aanwezig zijn. Dit heeft gevolgen voor de operationele gereedheid, vooral bij land- en luchtmacht. Afgelopen jaar behaalde nog maar 59 % van de militaire eenheden de gestelde operationele doelen. Zo moest een gemechaniseerd bataljon de voertuigen aan andere eenheden afstaan en is daarop overgestapt op trainingen te voet. De minister van Defensie meldt zelf in haar jaarverslag in een bijlage dat Defensie voor het eerst niet volledig kan voldoen aan de doelstelling om het Nederlandse en bondgenootschappelijke grondgebied te verdedigen. 

Ministerie van VenJ nog onvoldoende ‘in control’ bij diverse beleidsdelen

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) kampt al jaren met het financieel beheer en was in 2015 nog onvoldoende ‘in control’ bij zowel de bedrijfsvoering als een aantal beleidsontwikkelingen. Dit financieel beheer is mede relevant vanwege de wankele balans tussen ambities en middelen op diverse terreinen. In 2015 lukte het de minister onvoldoende om alle schakels van de ketens samen te brengen, op de ambities te sturen en het geheel te brengen tot een beheerste uitvoering. Gezien de onvoldoende voortgang in de afgelopen jaren en de hardnekkigheid van de problematiek merkt de Algemene Rekenkamer dit aan als ernstige onvolkomenheid. 

Problemen in verantwoording zorguitgaven hardnekkig

Ook in 2015 spelen diverse problemen bij de publieke verantwoording van de zorguitgaven. Op landelijk niveau geldt dit met name de rechtmatigheid van de uitgaven voor de wijkverpleging en voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Soortgelijke problemen waren eerder aan de orde bij de ziekenhuisuitgaven en zijn daar inmiddels opgelost. De verantwoordingsproblemen hangen samen met de beleidswijzigingen zoals de hervorming van de langdurige zorg in 2015 en de invoering van de prestatiebekostiging in de GGZ in 2013. 
 Bij het persoonsgebonden budget (pgb) zijn de verantwoordingsproblemen mede een gevolg van de keuze in 2015 om de pgb’s versneld uit te laten betalen door de Sociale Verzekeringsbank, waardoor controles niet zijn uitgevoerd. Dit heeft ook gevolgen voor de verantwoording van pgb-uitgaven door gemeenten (uitgaven vanwege Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning, WMO). 

Deugdelijke verantwoording EU-subsidies; EU-afdrachten via Financiën

De Nationale verklaring van de minister van Financiën over de besteding van bijna € 1,5 miljard aan EU-subsidies is deugdelijk opgesteld, het geld is doorgaans voldoende beheerd en rechtmatig besteed. Om de problemen in de samenwerking bij het controleren van Europese subsidies voor regionale ontwikkeling (EFRO) op te lossen, roept de Algemene Rekenkamer de betrokken Nederlandse instanties onder andere op tot snelle invoering van een nieuwe geschillenregeling. Dit gezien aanhoudende verschillen in de uitleg van subsidieregels. Dat klemt eens te meer, omdat haast gemaakt moet worden met de laatste declaraties voor EU-subsidies in deze periode. Naast EFRO betreft dit ESF en het Europees visserijfonds. Nederland zou totaal nog circa € 250 miljoen kunnen ontvangen van de Europese Commissie, zo staat in het Rapport bij de Nationale verklaring 2016. 
 De Algemene Rekenkamer vindt meer helderheid over de afdrachten aan de EU wenselijk, bijvoorbeeld door deze ook in de Nationale verklaring op te nemen. Verder zouden de afdrachten aan de Europese Unie van de minister van Buitenlandse Zaken naar de begroting van de minister van Financiën overgeheveld kunnen worden om een einde te maken aan de diffuse en ingewikkelde situatie met het parlement. In 2015 droeg lidstaat Nederland aan de EU € 8,9 miljard af (op een totale begroting voor Buitenlandse Zaken van € 10,2 miljard). Dit zou bij de parlementaire controle ook het inzicht in EU-naheffingen en terugbetalingen kunnen vergroten. 

 Alle ministers hebben op de bevindingen en aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer gereageerd. Deze brieven zijn na te lezen op www.rekenkamer.nl. 

 Over vijf casusonderzoeken binnen het verantwoordingsonderzoek 2015, die eveneens op 18 mei 2016 door de Algemene Rekenkamer zijn gepubliceerd, waar de besteding van rijksgeld en de geleverde prestaties centraal staan, zie het extra persbericht Moderne overheid behoort burgers meer inzicht te bieden.