Rekenkamers in eurozone belemmerd in onderzoek naar afwikkeling banken

Rekenkamers in de eurozone hebben niet alle documenten kunnen inzien die nodig waren voor onderzoek naar de afwikkeling van middelgrote en kleine banken, als die in financiële problemen raken. Daardoor konden zij hun wettelijke taak, onafhankelijk onderzoek bij de nationale autoriteiten die hiermee zijn belast (in Nederland is dat De Nederlandsche Bank), niet goed uitvoeren. Dat concluderen zeven rekenkamers van EU-landen.

In de eurozone gebeurt de voorbereiding op afwikkeling sinds 1 januari 2016 onder de eindverantwoordelijkheid van een Europese gemeenschappelijke afwikkelingsraad, de Single Resolution Board (SRB). Deze taak maakt onderdeel uit van Europees beleid dat is ingesteld na de financiële crisis van 2008. Het doel is te voorkomen dat bij een volgende crisis banken opnieuw met publiek geld gered moeten worden. Afwikkeling van een bank is nodig als die in ernstige financiële problemen is gekomen. Het leidt tot faillissement of resolutie van de falende bank. Resolutie betekent dat de activiteiten van deze bank geheel of gedeeltelijk worden voortgezet.

Het Contact Comité, het samenwerkingsverband van de presidenten van alle nationale rekenkamers van de EU en de Europese Rekenkamer, heeft het overkoepelende rapport van de zeven rekenkamers op 16 december 2020 gepubliceerd. Het gaat om de rekenkamers van Duitsland, Estland, Finland, Oostenrijk, Portugal, Spanje en Nederland. De Nederlandse Algemene Rekenkamer publiceerde haar eigen bevindingen over de situatie in Nederland een jaar geleden.

Geen volledige inzage in documenten

Eén van de conclusies van de Algemene Rekenkamer was dat zij in haar controlemogelijkheden werd belemmerd. Zij kreeg niet alle SRB-documenten die zij bij De Nederlandsche Bank had opgevraagd. Deze ervaring hebben de andere zes rekenkamers ook met hun nationale autoriteiten. Ze kregen geen volledige en onvoorwaardelijke inzage in de richtlijnen die de SRB hanteert voor de afwikkeling van middelgrote en kleine banken. Omdat zij hierdoor in hun controlerende taak belemmerd zijn, roepen de EU-rekenkamers alle verantwoordelijke instanties op Europees en nationaal niveau op te waarborgen dat zij onbeperkte toegang hebben tot de informatie die zij relevant achten voor hun werk.

Gezamenlijk richtlijnen ontwikkelen

De voorbereiding op de afwikkeling van falende middelgrote en kleine banken is nog niet geheel op orde. De zeven rekenkamers vonden dat de nationale autoriteiten op weg zijn en dat het planningsproces grotendeels functioneert, maar ook dat er verschillen zijn tussen de nationale afwikkelingsautoriteiten, zowel in organisatorische als inhoudelijke zin. Het gevolg is dat elk instituut in iedere lidstaat een eigen invulling geeft aan afwikkelingsplannen voor middelgrote en kleine banken. Dit kan binnen de EU leiden tot verschillen in de omgang met banken in crisis.
Daarom pleiten de EU-rekenkamers ervoor dat de SRB en de nationale autoriteiten gezamenlijk richtlijnen ontwikkelen voor afwikkelingsplanning voor middelgrote en kleine banken.