Lacune in controle op bankentoezicht eurozone groeit

De rekenkamers van vijf Europese landen (naast Nederland gaat het om Duitsland, Cyprus, Finland en Oostenrijk) constateren in een gezamenlijk rapport dat er een groeiende lacune is in de controle op het publieke toezicht op banken in de eurozone. Deze conclusie wordt onderschreven door alle rekenkamers in de eurozone. De presidenten van  het Duitse Bundesrechnungshof en de Nederlandse Algemene Rekenkamer, Kay Scheller en Arno Visser, noemen deze ontwikkeling in een vandaag gepubliceerd opinieartikel in het Handelsblatt en het Financieele Dagblad ‘riskant’. 

De lacune is ontstaan in 2014, toen het toezicht op grote banken in de eurozone bij de Europese Centrale Bank (ECB) werd belegd om te helpen voorkomen dat zich opnieuw een grote bankencrisis ontwikkelt, zoals in 2008. Daarbij is verzuimd om de Europese Rekenkamer de gebruikelijke controlebevoegdheden te geven op het toezicht dat de ECB uitoefent op grote banken.

De vijf rekenkamers constateren dat zij ook zelf terrein verliezen in de controle op het publieke toezicht op de middelgrote en kleine banken in hun landen. Zij krijgen steeds vaker nul op het rekest als zij documenten ter inzage vragen. Dit komt doordat deze toezichthouders steeds meer volgens de methoden en technieken van de Europese Centrale Bank moeten gaan werken. De ECB claimt dan vertrouwelijkheid over de informatie die daarmee is vergaard, waardoor de nationale rekenkamers in de betreffende lidstaten de documenten niet mogen inzien. “Deze nieuwe lacune in controle op het toezicht gaat nog groeien”, waarschuwen de vijf rekenkamers in het rapport.

‘Onaanvaardbaar’

De rekenkamerpresidenten Scheller en Visser zeggen daarover: “Wij vinden dit een bedenkelijke ontwikkeling. Zo blijven ook nationale rekenkamers verstoken van toegang tot belangrijke documentatie. Dat is onaanvaardbaar. Dit belemmert de nationale rekenkamers in de uitoefening van hun wettelijk controlerecht.”